Alle berichten van Fer

Zipaquirá – afscheid van Colombia

De bus komt eraan en we stappen in. Er zit een oude vrouw voorin, naast de chauffeur, verder is ie leeg. We rijden langs dorpen en hier en daar stappen mensen op; het principe van zwaaien is heel comfortabel. Toch zijn er ook bushaltes. Van tijd tot tijd rijden we door pure natuur. Die mooie reizen door de Andes gaan we missen, zeker te weten. De chauffeur en de oude vrouw zijn aan het praten, heel gemoedelijk. Hij stopt en draait zijn raampje open: “Buenas! Vier arepa’s en twee buñuela’s por favor” roept ie naar de man in de snackbar aan de overkant van de straat. Binnen twee minuten worden twee pakketjes geleverd. De chauffeur betaalt en geeft de bestelling aan de oude vrouw. Hij trekt weer op en samen eten ze de snacks op. Zou het zijn oma zijn? Of moeder? Na een uur staat de oude vrouw op, bukt en krijgt een kus op haar wang van de chauffeur. “Hasta luego madre” zegt ie terwijl zijn moeder zich naar buiten worstelt. Vanaf dat moment krijgt hij haast. Hij scheurt, haalt bruusk in en zit te dicht op zijn voorligger. Tien is bang, voor het eerst deze reis. Flitsen flitsen door haar hoofd, flitsen van gruwelijke en bloederige ongevallen. De grote sticker ‘Como conduzco?’ (hoe rijd ik?) voorzien van een telefoonnummer met hashtag plakt in 99% van de bussen op een zichtbare plek. Hier geen sticker te bekennen. Ik zit ook niet echt op mijn gemak en ben opgelucht als we drie-en-een-half uur later kunnen uitstappen ergens in Zipaquirá bij een rotonde. Het verkeer hier staat aan een kant muurvast… We proberen een Uber te krijgen. Het wordt nu gauw donker. Terwijl we wachten op een acceptatie komt er een jongen aanlopen die ons aanbiedt ons naar het hotel te brengen. Hij ziet er keurig uit maar nee, dit gaan we niet doen. Even later zie ik een man bij hem in de auto stappen; hij heeft een rit voor mekaar gekregen. Uber accepteert en de chauffeur is in de buurt. Hij komt aan de overkant aan, op een plek waar het verkeer nog rijdt. Via de app hebben we de aanwijzingen gekregen naar Apartamentos La Independencia. We rijden door de drukke, donkere stad en na 15 minuten worden we keurig voor de deur afgezet.

In diezelfde app staat ook een code voor de buitendeur en een code voor een binnendeur. Francy, onze gastvrouw, is echter al bij de deur als we aankomen. Dat scheelt weer. Het appartement is trendy ingericht. De twee grote ramen over de lengte van twee muren, van de vloer tot aan het plafond, zijn afgeschermd met zgn. duo rolgordijnen die in standje ‘licht’ nog doorschijnend zijn en die in standje ‘donker’ alles verduisteren. Nu vinden wij een beetje inkijk niet zo erg, maar standje ‘licht’ is ons zelfs iets te ‘bloot’: we houden het dus meestal op standje ‘donker’, ook overdag. Sowieso moet het licht aan, ook op standje licht.

Zipaquirá heeft één belangrijke toeristische attractie: de zoutkathedraal, op loopafstand van ons plekje. De kathedraal is aangelegd in de niet meer in gebruik zijnde mijnschachten waar sinds de oudheid al zout werd gewonnen door de oorspronkelijke bewoners. Met de industrialisatie is het gangenstelsel enorm uitgebreid. Er liggen nu drie oude gangenstelsels boven elkaar. Wij lopen langzaam dalend via de centrale mijningang die omgebouwd is tot een fraaie flessenhals, het bovenste complex binnen. Fraaie verlichtingen en goede lucht:  indicaties dat het niet nodig is om een kanarie mee te nemen. Ergens onderweg zien we ook de handtekeningen bij de luchtcontroles inclusief de gemeten waarden, zoals de schoonmakers hun diensten aftekenen in openbare toiletten.

We hebben internet onderweg en met QR-codes vinden we uitleg bij elke gemarkeerde plek in de lange gang. De route is ingedeeld als de kruisweg van Jezus. Bij statie III hebben we wel het algemene beeld. Anders gezegd: ik kan niet wachten tot we statie XIII zijn gepasseerd, maar toegegeven: elke statie is op de een andere manier heel fraai vormgegeven. De kruisweg leidt ons naar de kathedraal, een stelsel van een paar enorme ruimtes die nu omgebouwd en ingericht zijn tot plekken voor religieuze bezinning. Tien wordt helemaal gelukkig in de kapel van Santa Maria del Rosario, de beschermheilige van de mijnwerkers, waarin afbeeldingen van veel verschillende Maria’s op een rijtje hangen en staan, geschonken door hoogwaardigheidsbekleders en ambassadeurs uit alle continenten. Ik vind op het altaar van de kathedraal het kruis met het kloppend hart wel mooi bedacht.

Deze slideshow vereist JavaScript.

 

We dwalen verder en zien de video over de ontstaansgeschiedenis van de mijn in 3D. Mooi! Daarna lopen we een grote ruimte in waar allerlei sieraden met smaragd verkocht worden. We schieten door een ingang waar brede rubberen repen voor hangen een smalle tunnel in en zien de groene ‘esmeraldas’ zoals de mijnwerkers die hebben moet hebben gevonden. De tunnel is nagemaakt, dit is geen ‘wilde’ smaragd.

Het doet me aan zo’n halve eeuw (!) geleden denken:

uit Sprookje (Jaap Visser), voor Esmeralda – over wat liefde is – …

….

En toen mocht Hans.
En Hans zei:
‘Ja, ik weet het nog niet,
maar het moet een meisje zijn, met
prachtige kleren en goudblonde lokken,
met ogen als meren, die niet kunnen jokken,
en een mond als van honing,
dan weer scherp als een mes
en hopelijk is haar vader dan koning
en zij dan prinses.
Maar … ze moet Liesje heten.’
En toen keek de prinses hem heel lang aan en zei:
‘Ik heet Esmeralda,
maar zeg maar Liesje.’
….

Verder dwalend lopen we galerie-gangen in: gebeeldhouwde kunst en installaties in de wanden en in de ruimtes. Stuk voor stuk kunstwerken! Ironisch ook om te zien hoe commercie en christendom hier elkaar de hand geven. Nog meer sieradenwinkeltjes, (glas)kunst, souvenirs, horeca en zelfs een spa. Als het in het Vaticaan kan, dan hier ook, zullen ze gedacht hebben.

Deze slideshow vereist JavaScript.

Al wandelend door het oude centrum van de stad, komen we langs de muurschildering van een wielrenner in het geel. Met wat zoekwerk op het web leren we dat het Egan Bernal moet zijn; hier geboren, en in 2019 de ‘sueño amarillo’ drager in de Tour de France, iets waar ze hier in Colombia enorm trots op zijn. Colombia is een fietsland; op zondagen zijn er in sommige steden rijbanen afgesloten voor de fietsers en wielrenners.

Zipaquirá heeft uiteraard een plein voor de grote kerk, en de kerk moet natuurlijk even bezocht worden: er zijn nog steeds heel wat kaarsjes te branden voor familie en vrienden die het wel wat positieve energie kunnen gebruiken. We sturen het met liefde.

Dan klopt de terugkeer aan de deur: ik reserveer alvast een Uber van het appartement naar het vliegveld. We hebben eerder in het uitgebreide app-verkeer met Apartementos  La Independencia gelezen dat we online kunnen betalen, via een betaalservice van Nequi of Daviplata, of via een overboeking naar Banco de Bogotá. Met veel gedoe krijg ik het eindelijk voor mekaar, via Paypal en Xoom.

Hoewel…. net als we deur uit willen voor ons laatste avondmaal hier in Colombia komt er een berichtje binnen of we toch maar ‘en efectivo’ willen afrekenen. Er volgt een warrige conversatie waarin Francy uitlegt dat de eigenaar, don Wilson, voor deze transactie persoonlijke details moet geven, en dat wil hij niet vanwege privacy overwegingen. We geven aan dat we contant kunnen betalen op voorwaarde dat don Wilson van zijn kant de betaling annuleert. Wij kunnen dat niet meer omdat het geld al ‘onderweg’ is. Wilson heeft de betaling geweigerd zegt ie, maar dat is niet op ons betalingsoverzicht te zien. Hij stuurt het transactieoverzicht van de afgelopen twee dagen als bewijs dat hij het geld niet heeft ontvangen. Euhh?? Nu hebben we zicht op zijn saldo, maar dat zegt natuurlijk niets over het al dan niet toekomstig accepteren van onze betaling… We hebben uiteraard niet zo’n behoefte om twee keer te betalen: het appartement is op zich prima, maar zeker niet het dubbele waard… We roepen de hulplijn in: Booking.com. Dat levert lange Skype-gesprekken op, een verstoord laatste avondmaal, en een contact tussen Booking en de eigenaar. Uiteindelijk is de boodschap dat als het geld alsnog wordt afgeschreven, Booking ons gaat helpen om het terug te vorderen. Hmmm, dat stelt niet heel erg gerust… Desondanks besluiten we om dan toch ook cash te betalen; we hebben geen behoefte om door gezeur over geld een vlucht te missen. De volgende ochtend betalen we Francy en ontvangen het door ons geëiste betaalbewijs. Ze heeft er slecht van geslapen, net als wij. We nemen afscheid en ze vraagt of we in de review onderscheid willen maken tussen eigenaar en de gastvrouw. Tien is de beroerdste niet; Francy is een goede gastvrouw.

Terwijl we de laatste dingen aan het pakken zijn, begint de Uber chauffeur te appen… “waar we naar toe moeten..?” Nou, naar het vliegveld… ! “Dat is moeilijk op deze tijd, dus het kan niet voor de afgesproken Uber-prijs”. Ik negeer het berichtje, laat hem eerst maar verschijnen. Hij verschijnt op tijd op de afgesproken tijd, en begint met Tien een moeilijk gesprek. “Hay problemas op de route, we moeten omrijden.” Hij wil meer geld hebben om ons naar onze vlucht te kunnen brengen. Ik ontplof, op een afstandje gelukkig, want ik krijg de neiging om hem door zijn autoraampje naar buiten te trekken… Anyway, zoals altijd houdt Tien het fantastisch kalm en stuurt de beste man weg. Hij annuleert de rit en ploep, daar meldt de volgende chauffeur zich al. Vijf minuten later laden we onze bagage in bij Harold Anibal, die ons keurig in iets meer dan een uur, zonder enig probleem, afzet bij de terminal van Avianca op Eldorado.

Deze allerlaatste ervaringen zijn weliswaar heel vervelend, maar kleuren niet onze herinneringen aan deze reis. Colombia is een prachtig land met mooie, vriendelijke mensen. Goed om vast te stellen dat we ons terecht niet al te veel hebben aangetrokken van alle vooroordelen over het land. Natuurlijk, we hebben slechts een glimp gezien van wat er daadwerkelijk speelt in het land. Maar wij zijn geen maffiapraktijken tegengekomen, geen guerrilla-activiteiten die in het nieuws kwamen. We hebben de gebieden gemeden die we in overleg met buitenlandse zaken vooraf al als “no go’ area hadden gemarkeerd, en we hebben geen vervelende overval, roof- of oplichtingsincidenten meegemaakt.

De afdronk? Drie maanden uit de rugzak leven zonder ‘eigen’ plekje is uiteindelijk net wat te lang naar onze zin. We zijn het ook niet meer gewend: de afgelopen 6 jaren hebben we met de camper en met de boot steeds een keuken, zitje, bad, bed en vervoer bij ons gehad. Dat moesten we nu weer allemaal afzonderlijk regelen, telkens weer… Maar wat Colombia betreft, we denken dat we er terug gaan komen. Het is een echte aanrader!!

Nu naar Suriname, via Curaçao. Daar hebben we ook weer heel veel zin in!